door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
“Nu ik u toch aanwijzingen geef: ik kan u niet prijzen om uw samenkomsten. Die doen meer kwaad dan goed.” (1 Cor. 11:17)
Jezus maakte duidelijk dat waar “Waar twee of drie mensen in Mijn Naam samen zijn, ben Ik in hun midden.”( Matteüs. 18:20) ‘Twee of drie!’
Ik dank en loof God dat Jezus niet gezegd heeft: “Waar twee of DRIEDUIZEND bij elkaar zijn, ben Ik in hun midden.” Hij zei ook niet “Waar twee of DRIEHONDERD bij elkaar zijn, ben Ik in hun midden.” En Hij zei ook niet “Waar twee of drie DOZIJN bij elkaar zijn, ben Ik in hun midden”.
Jezus zei niet wáár die twee of drie bijeen moesten komen. Hij gaf ook niet aan, dat het een kerkgebouw moest zijn, noch een huiskamer. Hij zei ook niet hoeveel keer per week ze samen moesten komen, of de bijeenkomsten wel of niet een structuur of liturgie moesten hebben, open of gesloten moesten zijn en of ze binnen of buiten moeten plaatsvinden.
Door Zijn Aanwezigheid te waarborgen in een groepje van zelfs twee of drie, haalt Jezus meteen onze fascinatie met grote getallen ondersteboven. Enig iemand kan een grote menigte bij elkaar trommelen door de mensen te laten horen wat ze willen horen. Ik ben van mening dat een grote groep niet méér van de aanwezigheid van Jezus heeft dan een kleine groep. Het aantal doet er niet toe, Jezus is aanwezig of niet. Als Jezus er niet bij is, kan de grootte van de bijeenkomst dat niet compenseren.
Ik zou liever ergens in een woonkamer op de grond zitten met z’n drieën en Jezus in ons midden, dan in een dienst met drieduizend mensen waar Jezus nergens te vinden is.
Natuurlijk kan Jezus ook in een grote groep gevonden worden, maar zoals mijn vrouw wel eens zegt: “Hij gaat soms verloren in de drukte van de menigte.”
MAAR WE MOETEN TOCH BIJEENKOMEN?
Wat het bijeenkomen betreft zegt de Hebreeën schrijver het volgende: “En in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van Zijn komst ziet naderen.” (Heb. 10:25)
Prijs de Heer voor de eenvoud van dit schriftgedeelte. Opnieuw wordt ons niet gezegd WAAR we bijeen moeten komen (het plaatselijke kerkgebouw) noch WANNEER we bij elkaar moet komen (op de zondag). Er wordt ook niet gezegd hoe vaak we bij elkaar moet komen (een of twee diensten, vrouwen/mannen bijbelstudie, jeugdgroepen, enz.). Als we dit schriftgedeelte goed lezen staat er, dat we elke gelegenheid aan moeten grijpen om elkaar aan te sporen en te bemoedigen, oog in oog. Verder staat er niets over hoe vaak, waar, of wanneer.
Als voorganger heb ik zelf deze tekst vele jaren misbruikt. Ik deed dit omdat ik niet beter wist, maar ik gaf steeds dezelfde boodschap: “Jullie moeten meer komen, meer bidden, meer geven en meer doen. Jullie moeten mijn leiding aanvaarden omdat ik jullie geestelijke bedekking ben. Jullie zijn verantwoordelijk aan een plaatselijke groep gelovigen en als jullie niet alle diensten bijwonen en meedraaien in het programma van de kerk, “laten jullie het onderlinge samenkomen na!”
Is dit echt wat dit schriftgedeelte inhoudt? Als je de voorgaande verzen leest, wordt het duidelijk dat de Geest van God niet tracht meer trouw in de kerkgang bij te brengen. Trouwens, toen dit geschreven werd, hadden de christenen nog geen “kerkdiensten” (en ook geen kerkgebouwen).
Dus wat betekent het wel? Zou je het hele hoofdstuk lezen (of nog beter de hele brief!), dan zou je ontdekken, dat we worden aangespoord om zonder enige vrees bij God te komen via een “nieuwe en levende weg”, door Jezus Christus onze Hoge Priester, Die ons al als het huis van God heeft samengevoegd, opdat Hij ons binnen in het Heilige der Heilige kan brengen.
Gegrond op wat we weten over de ‘Ecclesia’ van God, zouden we ook kunnen zeggen: “Laten we niet het huis van levende stenen, dat Jezus aan het bouwen is, verlaten, want er is geen andere manier om dichter bij God te komen!” Maar mensen zien meestal wat ze verwachten te zien en niet wat er echt is. Wij maken met onze tradities het Woord van God tot niets en daarmee creëren wij een last in plaats van een zegen.
IK PRIJS U NIET
Jezus zegt dat indien HIJ wordt verhoogd, HIJ alle mensen tot ZICH zal trekken. In plaats daarvan verhogen wij religie en trekken wij mensen tot een menselijke instelling.
Zeg ik dus dat Christenen nooit naar de kerkdienst zouden moeten gaan en geen samenkomsten moeten houden? Natuurlijk niet, maar vragen wij ons wel af, of de gemeenschap der heiligen alleen binnen deze context plaats kan vinden? Wanneer we eenmaal beseffen dat onze gemeenschap gegrond is op een relatie met Jezus en niet op een relatie met een “kerk”, zullen we ontdekken, dat er veel meer gelegenheden tot gemeenschap BUITEN de kerkmuren dan DAARBINNEN zijn.
Dit komt omdat gemeenschap, gegrond op Christus, voortduurt zolang als je IN Christus blijft, en kerkgebonden gemeenschap alleen blijft bestaan zolang je bij die kerk hoort. Als je hun bijeenkomsten bijwoont en hun agenda steunt, vinden ze je geweldig. Als je dat niet meer van harte doet en niet meer komt, is de liefde over. Het is namelijk zo, dat hun gemeenschap met jou gebaseerd is op wie jij bent in de kerk, jouw bediening, op jou als persoon, jouw inkomen, maar niet op Christus.
De ware aard van een kerk, gemeenschap of bediening kan niet worden beoordeeld op hoe je geaccepteerd werd toen je kwam, hoe ze je behandelden toen je er was, maar hoe er naar je gekeken werd toen je vertrok en hoe ze zich tegenover je gedroegen nadat je ze had verlaten.
Vele kerken, groeperingen, bedieningen enz. doen meer kwaad dan goed. Zij zouden gesloten moeten worden omdat Jezus daar niet de hoogste plaats heeft. Zij dragen niet bij tot het Koninkrijk van God. Ik ben ervan overtuigd dat vele kerken alleen bestaan om de voorganger een plekje te geven om op zondagen zijn woordje te doen. Ze komen bijeen maar het draagt geen vrucht. Het zijn doden takken, die weggekapt zouden moeten worden om plaats te maken voor nieuwe groei.
Paulus zei tegen de Corinthiërs dat zij van hun bijeenkomsten niet beter, maar slechter werden. Het was waar, ze kwamen bijeen… Daar waren ze wel trouw in, maar hun samenkomst was niet een getuigenis van hun geloof; het was een getuigenis van hun verdeeldheid. Eigenlijk kwamen ze helemaal niet bij elkaar, ze kwamen ieder voor zich.
“Dit nu, hetgeen ik u aanzeg, prijs ik niet!”
De apostel zegt, dat het beter voor hen zou zijn om thuis te blijven dan om samen te komen. Thuis blijven zou beter zijn dan onderlinge verdeeldheid en ketterijen te verkondigen, de kerk van God te minachten en een schande te zijn door in oneer met elkaar te eten en drinken. Ze komen samen “en roepen een veroordeling over zichzelf af” (zie 1 Cor. 11:17-34)
Dit is sterke taal. Wanneer heb je hier voor het laatst een preek over gehoord? Waar zijn de voorgangers die zeggen: “Er zullen geen samenkomsten meer plaatsvinden totdat we geleerd hebben met ons samenkomen meer goed dan kwaad te doen.” Die zullen er niet veel zijn.
IN DE GEEST OP DE DAG DES HEREN
Broeders en zusters, wees niet misleid of bezorgd. Als wij één met het Hoofd zijn, zijn wij één met het Lichaam, zelfs wanneer wij niet echt lichamelijk bij elkaar zijn; en als wij niet één met het Hoofd zijn, zijn wij ook niet deel van het Lichaam, zelfs al zouden wij een bijeenkomst bezoeken. Hoe is dit mogelijk? Omdat Jezus Zijn Kerk bouwt; het is een geestelijk huis is, niet een letterlijk huis.
Dit principe wordt duidelijk in het leven van de apostel Johannes. Verbannen op Patmos vanwege zijn getuigenis van Jezus, werd hij fysiek geïsoleerd van andere gelovigen en had hij geen lijfelijk contact met enige kerk. Hij had géén “bedekking”, geen “”verantwoording af te leggen”, niemand had “zeggenschap” over hem, geen “plaatselijke vergadering van gelovigen” om bij samen te komen. Hij was in een afgelegen hoekje gezet, helemaal vergeten.
Maar Johannes schrijft: “Ik was in de Geest op de dag des Heren.” Door zijn wandel in geest en waarheid bleef hij verbonden met het Hoofd en Lichaam van Christus; het is een geestelijke, niet een fysieke, niet een sociale en niet een geografische verbondenheid. Daarom kon Johannes een nieuwe en duidelijke visie van Jezus Christus ontvangen. Buiten deze openbaring om liet God hem ook duidelijk de geestelijke toestand van de zeven kerken in Azië zien, zelfs al was hij niet bij een van hen aanwezig.
Het is beter alleen en in de Geest te zijn, dan bij elkaar en in ‘het vlees’; de gewoonten van onze ‘Kerkelijkheid’ te volgen en tot kwaad in plaats van tot goed samenkomen. Jezus zei: “Terecht heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: “Dit volk nadert tot Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver van Mij. Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen die geboden van mensen zijn.”( Matt. 15:7-9)
Vrienden, er is een betere weg! De Vader is actief bezig diegene te zoeken en tot Zich te trekken, die Hem naar Geest en Waarheid willen aanbidden. Jezus is hen aan het bevrijden van ijdele aanbidding en de tradities van mensen. Hij is bezig hen bijeen te brengen in een geestelijk huis, waar zij in een steeds diepere en intiemere verhouding met Hem komen te staan. Bij hen is iedere dag opnieuw “De dag des Heren”!
Alles wat niet op Christus gebouwd is, wordt geschud, alles wat buiten Jezus om is breekt af. Zij, die alleen Christus over hebben, ontvangen een onwrikbaar koninkrijk. Het is een héérlijke tijd om te leven en te zien hoe God tot Zijn doel komt. Waarom zouden we met minder tevreden zijn? Hij heeft ons nieuwe wijn en nieuwe wijnzakken gegeven. Laten wij Christus voorop stellen in álle dingen, want als Jezus ons dan in eenvoud samenbrengt, zal Hij in ons midden zijn en zullen wij tot beter samenkomen en niet tot erger. Amen
About the Author
CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »