De Weg Van Kaïn

by Chip Brogden

door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
“Wee hun! Ze gaan de weg van Kaïn…” (Judas 11)
Vanaf het begin van de geschreven geschiedenis zien we dat er twee wegen zijn, twee principes betreffende de relatie met de Heer. Er is de weg van Kaïn en de weg van Abel. De Schrift vertelt ons dat Kaïn de grond bewerkte, terwijl Abel de schapen hoedde. Op zekere dag brachten beide broers een offer aan de Heer. Kaïn bracht een deel van zijn oogst. Abel bracht de eerstelingen van zijn kudde – een vertaling zegt ,”Van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit” (Genesis 4:4a).
Het waren broers. Beiden brachten ze de Heer een offer. Uiterlijk leek alles in orde, maar de Bijbel vertelt ons “De Heer merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had Hij geen oog” (Genesis 4:4b,5a).
Op het eerste gezicht lijkt het, dat door het offer van Abel te aanvaarden en dat van Kaïn te verwerpen, de Heer een willekeurig besluit neemt. Beiden aanbaden ze de Heer en allebei brachten ze de Heer een offer. Wat maakt het ene aanvaardbaar en het andere niet? In de Hebreeën brief lezen we: “Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige” (11:4a). Het verschil is subtiel, maar als we nauwkeurig en doordacht lezen, zien we het verschil in de taal die gebruikt wordt om de offers te beschrijven. Kaïn gaf “van wat hij had geoogst”, terwijl Abel ” van de eerstgeboren dieren van zijn kudde de mooiste uitkoos.”
Wat maakte het offer van Abel meer waardevol dan dat van Kaïn?
Eenvoudig gezien dit: Kaïn gaf “[een deel] van zijn oogst”: een deel van zijn oogst dat hij apart had gezet, maar niet het beste, niet het eerste. Abel, echter, gaf “het eerste deel”, hij zocht tussen de eerstgeborenen de mooiste en vetste uit. Kaïn gaf wat hij over had, terwijl Abel het eerste, beste deel dat de Heer toebehoorde, gaf. Op het eerste gezicht lijkt het een klein verschil, maar de harten van mensen worden juist door deze kleinigheden openbaar gemaakt.
In Genesis geeft de Heer geen opdracht dat men Hem offers moet brengen. In die dagen was de mens vrij om te geven of niet, zoals hij zelf besloot. Maar het principe van het eerste en het beste aan de Heer geven komt later bij de wet van Mozes duidelijk naar voren: “Sta de eerste opbrengst van de druivenoogst zonder uitstel aan mij af en geef Mij ook je eerstgeborene zoon. Hetzelfde geldt voor de eerstgeborene van je runderen en van je schapen en geiten” (Exodus 22:29,30a).
Abel had geen wet voor aanbidding nodig omdat zijn hart op aanbidding was gericht. Abel had ook geen wet voor geven nodig, want zijn hart was op geven gericht. Wetten zijn er voor hen die geen motivatie vanuit hun hart hebben, noch Geest en Waarheid, want zij moeten door wetten, regels, instellingen en organisaties worden geleid. Abel had de Heer lief en de Wet der Liefde vertelde hem wat zijn hart doen moest.
Heeft God de oogst, wijn, stieren en schapen nodig? Natuurlijk niet. Alles is al van de Heer. Het principe hier is, dat door Hem het eerste en het beste te geven, wij Zijn Heerschappij over alles dat wij hebben erkennen – beseffend dat “Een mens alleen ontvangen kan wat hem door de hemel gegeven wordt” (Johannes 3:27). God wil 100%, niet 10%.
Het gaat niet over “moeten we wel tienden betalen of niet”. We kijken naar het hart, niet naar de cijfers. De Farizeeërs gaven hun tiende deel en toch waren zij tot de kern toe bedorven. Het gaat niet over heel wettisch iedere week – zoals een of andere vrek – tien procent opzij zetten. Het hart van de zaak is dit, “ben ik helemaal overgeleverd aan de Heer? Besef ik dat ik van Hem ben met alles wat ik bezit? Heeft Hij de preëminentie, de eerste plaats in mijn hart? Of komt Hij ergens op de tweede plaats?” Dit is onmogelijk in euro’s of percentages te meten. Of Hij is Heer van ALLES, of Hij is helemaal NIET Heer.
De weg van Kaïn draait om religieuze offers brengen, je plicht doen en met tegenzin, dat wat je missen kunt aan God afstaan, terwijl het Eigen Ik de centrale plaats blijft innemen. Alles draait om het Eigen Ik – de offers, het geven, de uiterlijke dingen doen, de schijn op houden en dan deze dingen als “bewijs” aanvoeren dat we het werk van God doen.
Maar de weg van Kaïn gaat veel dieper dan het verzuimen aan de Heer te geven wat Hem toebehoort. Het kwaad beperkt zich niet tot iets dat moreel of immoreel is: het kwaad is het natuurlijke, onvermijdelijke gevolg van dingen doen om het Eigen Ik te behagen. Het lijkt wel goed, maar eigenlijk is het goed voor mij. Goed volgens mijn wil en gevoelens. Het is aangenaam voor mij, het maakt mij wijs, maakt mij als God, voldoet aan mijn behoeften en ga zo maar door. Maar het Eigen Ik blijft zoeken, is nooit voldaan, nooit tevreden, heeft nooit vrede, blijft altijd op zoek – en heeft altijd een gevoel van “er moet toch meer zijn?”
Wat was de reactie van Kaïn naar de Heer toe, toen zijn offer niet werd aangenomen? Zei hij “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U”? Was het, “Schep in mij een zuiver hart O Heer, en vernieuw mijn geest”? Was het “Doorgrond mij, God en ken mijn hart, weet wat mij kwelt, dat ik mag weten wat U echt behaagt”? Ging hij naar Abel toe en zei hij, “Mijn broer, jij hebt iets in jouw relatie met God dat ik mis. Sta mij toe van jou te leren, zodat ik ook kan weten hoe ik God in Waarheid en Geest kan dienen”?
Nee. De Bijbel vertelt, “Kaïn werd woedend en zijn blik werd donker.” Blootgesteld aan zijn eigen onoprechtheid en zijn religieuze pretentie, koos Kaïn geen berouw en ommekeer. Hij koos woede en zelfrechtvaardiging. Kaïn besloot dat hij het beter wist dan de Heer en liet hij zich niet leiden naar het Doel en de Wil van God . Kaïn wilde dat God Zich naar hem schikte, en niet andersom. Hij wilde God naar zijn eigen beeld vormen en een andere god scheppen die hem beter uitkwam. Hij diende niet God, maar zijn eigen voorstelling van God. Zijn offer had aangenomen moeten worden. De Heer heeft het bij het verkeerde eind, Abel heeft het mis – maar ik niet!
De Heer paste Zich echter niet aan bij het idee dat Kaïn van Hem had en liet Zich niet manipuleren door zijn zinloze overpeinzingen. “Waarom ben je zo kwaad?” vroeg de Heer. “Handel je goed dan kun je toch iedereen in de ogen kijken? Maar als je naar eigen goedkeuring wilt handelen, onthoudt dan dat de Zonde de weg van het Eigen Ik volgt” (Genesis 4:7, parafrase).
Kaïn negeerde de waarschuwing. Hij kon Gods gedachten niet veranderen en hij was niet van plan zelf te veranderen. Dus deed hij wat de meeste religieus verblinde mensen doen – hij bedacht hoe hij zijn jongere broer Abel kon vermoorden, lokte hem naar een veld toe en sloeg hem dood. Dit alles om van de bedreiging tegen zijn eigen ego af te zijn.
Vanaf die tijd hebben de kinderen van het Vlees een hekel aan de kinderen van de Geest. Ismaël bespotte Isaak, Saul vervolgde David, de religieuze leiders veroordeelden Jezus en lieten Hem kruisigen. De liefde is verkild en niemand wil over zijn broer waken. Johannes de apostel schrijft: “Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig. Wees niet verbaasd, broeders en zusters, als de wereld u haat”(I Johannes 3:11-13).
Het schrift legt in 1 Johannes duidelijk uit, dat “de wereld” niet beperkt is tot verloren zondaars, maar allen insluit die zichzelf broeders noemen maar het allesbehalve zijn. De grootste bedreiging voor de eenvoud van Christus is niet een of ander boze zondaar in de wereld, maar de religieuze mannen en vrouwen die de weg van Kaïn gaan, mensen binnen onze eigen gelederen. “Er hebben zich namelijk ongemerkt mensen onder u gemengd van wie het vonnis al lang geleden schriftelijk is vastgelegd: goddeloze…deze mensen lasteren alles waarvan ze geen weet hebben; en wat ze als redeloos dier instinctmatig wél begrijpen, wordt hun ondergang. Wee hun! Ze gaan de weg van Kaïn, net als Bileam geven ze zich over aan bedrog en net als Korach gaan ze aan hun opstandigheid ten onder” (Judas 4,10,11).
Zij die de weg van Kaïn volgen, zullen ontdekken dat de grond vervloekt is. Zij zal niets voor hen opbrengen. Zij zullen altijd onvruchtbaar blijven. Ze zullen altijd ontevreden zijn. Ze zullen de wereld doorkruizen maar nooit de echte aanwezigheid van de Heer kennen. Maar Kaïn blijft koppig en klaagt over de straf van God: “Die straf is te zwaar.”(Genesis 4:13). Het vlees grijpt iedere gelegenheid aan om zich te rechtvaardigen.
Dit is dus Kaïn. Wat als je een Abel bent? Is er voor jou ook nog praktisch advies?
Ten eerste, sta niet toe dat Kaïn jou weerhoudt of afleidt om het eerste en het beste dat je hebt aan God te geven. Als je blijft kijken naar Kaïn zal je gezicht vertrekken van woede en wordt je net als hij. Heb de Heer jouw God lief met heel je hart, ziel, verstand, lichaam en kracht. Wees Hem toegewijd, zonder voorbehoud en laat Kaïn doen wat hij wil.
Ten tweede, laat Kaïn je niet het veld inlokken met prachtige beloften, hulp geroep, of aanbiedingen van vriendschap. Hij heeft onzuivere motieven. Kijk naar het teken van zijn vlees en blijf hem uit de buurt (cf. Genesis 4:15). Ga niet naar hem toe, maar laat hem naar jou toe komen.
Ten derde, als Kaïn je aanvalt, ga er niet tegen in. Besef dat je liefde voor God jou een bedreiging en een doelwit maakt. Besef ook dat God Kaïn niet weerhield van het doden van Abel, zelfs al was Abel rechtvaardig. Dit betekent slechts dat de dood niet het einde, maar het begin is. Dus wordt een levend offer, laat het bloed en het water vloeien. Dit is het werk van het Kruis. Wees niet bang om je eigen bloed te vergieten, wees alleen bang het bloed van een ander te vergieten. Kaïn ontvangt wat hem toekomt en jij ontvangt wat jou toekomt. Zij die hun leven om Zijn Naam geven, zullen hun Leven vinden.
Mijn Vader, ons gebrek aan liefde voor elkaar, het niet over elkaar waken, is zonde en laat ons zien dat wij de weg van Kaïn volgen. Wij vragen Uw vergiffenis. Maak ons zonen en dochters volgens Abel, opdat we kunnen weten wat U behaagt en bekoort. Amen.

About the Author

CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »

ONLINE BIBLE STUDY

You have Successfully Subscribed!