door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
(De essentie van deze boodschap is door de auteur gebracht als introductie bij de eerste “School van Christus” op 12 maart, 2005 in Wilson, North Carolina.)
“Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen. Daarvoor span ik mij in en strijd ik met Zijn kracht, die volop in mij werkzaam is” (Kolossenzen 1:28,29).
Paulus schrijft hier aan de Christenen in Kolosse. Hij schrijft vanuit de gevangenis aan broeders en zusters in Christus, die Hij nog nooit ontmoet heeft. Wat gaat hij zeggen? Hoe stelt hij zich voor? Wat we in het eerste hoofdstuk van Kolossenzen lezen, zegt maar weinig over Paulus zelf. In plaats daarvan gebruikt Paulus de gelegenheid om een Ander voor te stellen – of liever gezegd om Hem weer eens voor te stellen. In dit eerste hoofdstuk van Kolossenzen hebben we de geweldige openbaring van Christus en het Voornemen van God: “Oorsprong is Hij [Christus] … om in alles de eerste te zijn [de preëminentie te hebben]” (Kolossenzen 1:18b). Alles aangaande dit eerste hoofdstuk van Kolossenzen is bedoeld ons diep in Christus te brengen, en deze diepten zijn zó diep dat het adembenemend is. Dit is dus de introductie van Paulus. Wat een introductie!
Als we bij het eind van dit hoofdstuk komen, bij de verzen 28 en 29, krijgen we wat inzicht in het doel dat Paulus nastreeft. Wat is zijn drijfveer? Wat is zijn intentie? Waartoe is hij geroepen? Ik denk dat we naar dit ene vers, vooral vers 28, kunnen verwijzen als zijnde de hele reden voor de oprichting van onze “School van Christus”en voor de bediening van Watchman.Net, want ons doel is precies hetzelfde als dat van Paulus. Het verbaast me hoeveel overeenkomsten er zijn tussen mij en mijn broeder Paulus, en als ik in reïncarnatie zou geloven, zou ik misschien kunnen denken dat ik in een eerder leven Paulus was! Natuurlijk geloof ik dat niet, maar wat ik probeer over te brengen is hoe veel we op elkaar lijken; het lijkt alsof we hand in hand meewerken aan precies hetzelfde doel.
En wat houdt dat doel precies in? Nadat hij het geweldige beeld van Christus in al Zijn heerlijkheid, in al Zijn preëminentie gegeven heeft, laat Paulus ons in vers 28 pas iets zien over wat hij doet: “Hem verkondigen wij.” HEM verkondigen wij. HEM verkondigen wij. Wie? Christus. Deze heerlijke Christus Jezus over Wie hij gesproken heeft. Nu mo
eten we misschien even stilstaan om het belang van deze drie woorden te overwegen, want Paulus verkondigde hier niet een of andere nieuwe religie die hij als alternatief voor het Jodendom ontworpen had. Misschien heb je wel eens de geschiedenis programma’s op tv gezien? Ik zag er laatst een over de oorsprong van het Christendom. De producent interviewde allerlei professoren van religie en geschiedenis, de “knappe koppen” en intellectuelen die zogenaamd expert zijn. En weet je wat ze zeiden? Ze vertelden dat Paulus het hele Romeinse Rijk doorreisde met het doel de Christelijke religie te vestigen.
Dat klinkt wel juist. De meeste mensen nemen het gewoon aan zonder erbij stil te staan. Maar dit is niet waar. Paulus heeft dat helemaal niet gedaan. Ik ben geen theoloog en heb geen seminarie diploma’s, maar ik kan je wel dit zeggen: Paulus heeft niet rondgereisd om de Christelijke religie te verspreiden. Hij trok het land niet door om de “instellingen van het Christelijke geloof en de leer” uit te dragen. Wat deed hij dan wel? Vers 28 vertelt ons precies wat hij deed: “Hem verkondigen wij.” HEM. HEM. HEM! Zie je dat? Begrijp je dat? Het is geen leer of een religie, geen catechismus, maar een Persoon, een buitengewoon groot en kostbaar Persoon, deze Preëminente Christus. Dat, lieve vrienden, is véél groter dan enige religieuze hoepla! Het ging Paulus niet persé om het Christendom; hij zou zich ook niet kunnen verenigen met de Kerkelijkheid die ons zo bekend is; hij was helemaal en altijd begaan met CHRISTUS. “Hem verkondigen wij.”
Weet je dat Paulus geen gemeenten stichtte? Bijna iedereen vandaag de dag is begaan met gemeenten te stichten; men gelooft dat het de primaire taak van een apostel is om gemeenten te stichten. Ik ben het met deze gedachte niet eens omdat ik er niets over in de Schriften kan vinden. Wie stichtte de gemeente te Antiochië? Lees het tweede gedeelte van Handelingen 11 maar. Volgens mij is er maar Een gemeente en die wordt door Jezus zelf gebouwd. Die geweldige gemeente in Antiochië kwam tot stand, omdat een handjevol naamloze gelovigen Jeruzalem verliet en besloot dat ze, in plaats van Jezus alleen aan de Joden te verkondigen, Hem ook aan de Niet-joden zouden verkondigen. Zie hoe het verhaal verloopt, beginnende bij Handelingen 11:19. En lees dan vers 20. Wat deden zij? “Ze maakten daar de bevolking bekend met het Evangelie van de Heer Jezus Christus.” Ze gingen niet naar Antiochië met de bedoeling hen te onderwijzen over huisgemeenten. Ze verkondigden de Heer Jezus. HEM VERKONDIGEN WIJ! In vers 21 zien we dat veel mensen overgingen tot het geloof in de Heer. Als we dan bij vers 26 aankomen zien we, dat gelovigen nu discipelen of volgelingen worden genoemd en collectief werden zij “de kerk” genoemd. En daar in Antiochië werden ze het eerst Christenen genoemd.
Zie je de kern hier? Zie je het principe? Weet je, de Gemeente van Antiochië was niet het resultaat van een geweldige actie van gemeentestichting, dat gesponsord werd door de Kerk in Jeruzalem. Het gebeurde omdat iemand er naartoe ging en Jezus verkondigde. HEM VERKONDIGEN WIJ. Dit is waar het om draait. Kun je dat zien? Dát is de sleutel. Dit is een goed voorbeeld van een “Nieuw Testamentisch model”. Het geeft niet waar je bijeenkomt, hoe vaak je bijeenkomt, of wat je doet als je bijeen komt; het gaat om Wie er wordt verkondigd.
Nu kunnen we de hele vooruitgang van Paulus traceren vanaf het tijdstip dat hij de Heer Jezus ontmoette op weg naar Damascus tot het einde van zijn leven. We kunnen het vanaf het begin tot het midden en naar het eind volgen en dan zien we één rechte lijn, een lijn waar hij nooit van afwijkt. Hij zegt, “Hem verkondigen wij.” Waar is het begonnen? In Handelingen 9:20 staat er dat, nadat Jezus zich aan Paulus openbaarde “Ging hij [Paulus] onmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus de Zoon van God was.” Onmiddellijk! Wie verkondigde hij? Jezus Christus.
Ga een paar jaar verder en doe weer een steekproef. Hoe eindigt dat heerlijke boek Handelingen? Paulus staat onder huisarrest. “Paulus verbleef twee jaar in het huis dat hij gehuurd had en ontving daar iedereen die naar hem toe kwam. hij verkondigde het Koninkrijk van God en onderrichtte vrijmoedig over de Heer Jezus Christus, zonder dat hem iets in de weg werd gelegd” (Handelingen 28:30,31). Hij verkondigt nog Jezus. Hij wankelde niet, noch week hij zelfs een millimeter af van de weg waar hij op begonnen was.
Nu gaan we helemaal naar het einde van zijn leven. Net voor dat Caesar zijn hoofd laat afhakken zegt Paulus, “Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden” (II Timoteüs 4:7). Wat een krachtige getuigenis! Je ziet hoe de lijn steeds doorloopt. Vanaf het begin tot het bittere einde verkondigde hij Jezus.
We hebben “gemeentestichting” of kerk planten tot een doel gemaakt, of als een middel tot het doel, terwijl het doel helemaal niet “gemeentestichting” is. Wat deden zij eigenlijk? Ze plantten geen kerken, ze plantten Christus – ze zaaiden het Woord, het Levende Woord, zodat Hij goede grond kon vinden om Zijn Kerk op te bouwen. Zij die geloofden werden discipelen genoemd en allemaal samen stonden ze bekend als de Kerk. Dat is de goede volgorde. Christus moet de preëminentie krijgen: de eerste, de complete en finale plaats. Als Hij deze positie krijgt, zullen we zien dat er discipelen worden gemaakt en komt de ecclesia spontaan naar voren.
Behalve de al eerder genoemde Schriftgedeelten, kijk ook eens naar deze:
“Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Christus is aangesteld” (Handelingen 2:36).
“U allen en het hele volk Israël dient te weten dat deze man die hier gezond voor u staat dankzij de naam van Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar door God uit de dood is opgewekt” (Handelingen 4:10).
“Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het goede nieuws dat Jezus Christus de Messias is” (Handelingen 5:42).
“Filippus ging naar de stad Samaria, en verkondigde hun de Christus” (Handelingen 8:5).
“Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze Schrifttekst als uitgangspunt nam” (Handelingen 8:35).
“Hij [Paulus] predikte over Jezus en de Opstanding” (Handelingen 17:18b).
“Nadat Silas en Timoteüs uit Macedonië waren aangekomen, richtte Paulus zich volledig op de verkondiging en getuigde ten overstaan van de Joden dat Jezus de Christus was” (Handelingen 18:5).
“Ze maakten een afspraak en kwamen op de vastgestelde dag in grote getale naar hem toe. Van de ochtend tot de avond legde Paulus getuigenis af en sprak hij uitvoerig met hen over het Koninkrijk van God, terwijl hij hen op grond van Mozes en de Profeten voor Jezus probeerde te winnen” (Handelingen 28:23).
“Zo heb ik vanuit Jeruzalem en helemaal tot aan Illyrië het evangelie van Christus verspreid” (Romeinen 15:19b).
“Wij verkondigen een gekruisigde Christus” (I Korintiërs 1:23a).
“Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde” (I Korintiërs 2:2).
“Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Christus Jezus de Heer is” (II Korintiërs 4:5a).
“Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als gekruisigde bekend gemaakt?” (Galaten 3:1).
“Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, Onze Heer, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld” (Galaten 6:14).
“Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen” (Efeziërs 3:8).
“Maar wat doet het er eigenlijk toe! Wat telt is dat Christus verkondigd wordt…dát het gebeurt verheugt me. En mijn vreugde is blijvend” (Filippenzen 1:18).
“Volg de weg van Christus Jezus, nu u Hem als uw Heer aanvaard hebt” (Kolossenzen 2:6).
Zo vertelt Paulus ons wat het geheim van zijn succes is en de sleutel tot het hele Nieuwe Testament – eigenlijk, de sleutel tot de gehele Bijbel en de Sleutel tot alles is. Nadat hij ons deze heerlijke onthulling van Christus gegeven heeft, zegt Paulus niet, “Dit is WAT wij verkondigen,” maar “Dit is WIE wij verkondigen.” Het Christendom als instelling houdt zich al lang bezig met dingen: kerkgebouwen, geestelijken, leer, leerstellingen, religieuze dingen. De “huiskerkbeweging” is ook in beslag genomen met hoe ze moeten samenkomen, en waar en wat ze tijdens het samenkomen moeten doen. De “charismatische beweging” is geobsedeerd door zogenaamde manifestaties en geestelijke gaven. De “profetische beweging” verdiept zich in dingen waarvan ze denken dat God ze zegt, doet of gaat doen. Paulus was volledig in beslag genomen met een Persoon. Het verschil tussen wat er vandaag de dag en Wie er toen verkondigd werd, verklaart hoe en waarom hij destijds deel uitmaakte van een klein restant mensen, dat in staat was de wereld op z’n kop te zetten zonder hulp van het Internet, televisie programma’s of internationale conferenties en vergaderingen.
Wanneer mensen vandaag de dag in contact komen met het Christendom, komen ze vooral in aanraking met een religieuze manier van denken,leven, handelen of spreken – geen Bijbels Christendom, alleen maar Kerkelijkheid. Ze komen in contact met uiterlijkheden zoals waar, wanneer en hoe de kerkdiensten gaan verlopen, welke nuance van geloofsleer de juiste is en nog meer van zulke dingen. Maar heel zelden worden ze in aanraking met een echte Persoon gebracht en wij zijn zelden in staat bij de Persoon te komen, Hij die boven en ver van al deze dingen staat. Met Hem vergeleken is het allemaal zó miniem, zo kleinzielig. Ik kan je verzekeren, dat Paulus niet in deze onbelangrijkheden terecht kwam. Toen hij eenmaal Christus gezien had, liet hij Hem nooit meer los.
Paulus predikte dus Christus. “Hem verkondigen wij.” En hij deed dat op een specifieke manier. We lezen verder in Kolossenzen 1, vers 28: “Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten…” Ik zie zo veel wijsheid in zo weinig woorden! Er zijn hier twee stuwkrachten. Iedereen waarschuwen en iedereen onderrichten. Waarschuwen en onderrichten. Hier zien we de bediening van de wachter. Ik wil hiermee zeggen vrienden, dat we waarschuwing zowel als onderwijs nodig hebben. Het waarschuwen is volgens mij het beeld van het profetische. Dat is niet het enige, dat de profetische bediening inhoudt, maar het is wel een groot deel ervan. En dan het onderwijs natuurlijk. Profeten en leraren samen aan het werk. Als we terug gaan naar de kerk in Antiochië, zien we dat de profeten en de leraren bij elkaar zijn in Handelingen 13:1 om een gebedsdienst voor de Heer te houden. Nu is het veelal zo dat profeten en leraren in conflict zijn met elkaar. Profeten hebben de neiging te vertrouwen op inspiratie en openbaring, terwijl leraren neigen te vertrouwen op studie en onderzoek van de Schriften. Je ziet maar zelden dat de twee samen functioneren in een enkel persoon. Wanneer dat wel gebeurt, is het bijzonder krachtig. Paulus was zo iemand. Hij had een ongelooflijk profetisch inzicht en openbaring en ook het talent om wat hij zag over te brengen naar anderen. Het is dringend nodig dat de profetische gaven en de gaven van onderricht eensgezind samenwerken.
Laten we verder gaan met vers 28: “Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten…” In ALLE wijsheid. Een beetje kennis is eigenlijk heel gevaarlijk. Elke denominatie is gefundeerd om een beetje kennis extreem te maken en al heel gauw wordt die specialiteit hét ding waarvoor ze staan. Pinkster, Baptisten, Gereformeerd, Reformatorisch, Anglicaans, Volle Evangelie, Heiligheid, Charismatisch, Profetisch, Huisgemeente, allemaal maken ze zich sterk voor dat “ding” en maken ze dat “ding” om zich van anderen te onderscheiden. Er zijn zelfs verschillende denominaties voor verschillende rassen. Ik heb de helft van mijn leven in een denominatie doorgebracht. Sinds ik er weg ben, heb ik gereisd en verschillende groeperingen bezocht. Sommige daarvan zou ik zelfs sekten kunnen noemen, hoewel zij zichzelf niet als sekte zouden kenmerken. Er is in feite weinig verschil tussen een sekte en een denominatie.Het enige verschil is dat de eerste gedemoniseerd is en de tweede gekerstend. Je mag het hier niet mee eens zijn, maar het gaat mij erom dat het allemaal gebaseerd is op een klein beetje kennis, een kern van waarheid; het vertegenwoordigt niet “alle wijsheid.”
Er zijn slechts twee bronnen van wijsheid: de Schriften en de Heilige Geest; beiden verwijzen ons altijd naar Christus, “in Wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen” (Kolossenzen 2:3). We hebben een brede werkende kennis van de Schrift nodig en een actieve relatie met de Geest voordat we kunnen zeggen dat we echt met alle wijsheid spreken. De Schrift is de objectieve standaard waarmee al onze subjectieve openbaringen gemeten worden. Laat ik uitleggen wat ik hier bedoel. Als jij bij me kwam en zei, “God heeft mij dit en dat gezegd,” hoe weet ik dan of ik je wel of niet moet geloven? Wat zou je zeggen,als ik jou hetzelfde vertelde? Dat moet je niet zomaar aannemen. We kunnen onszelf niet vertrouwen. We hebben iets buiten onszelf nodig waarmee we alle dingen kunnen beoordelen en toetsen. Dit is wat de Schrift voor ons is. ik kan de Schrift nemen en jouw woorden ermee afwegen en jij doet hetzelfde met wat ik zeg. Als het in lijn is met de Schrift, kunnen we het aannemen, maar is dat niet het geval, dan kunnen we het verwerpen. Dit is de basis voor goed, gezond geestelijk onderscheid.
We kunnen er ook anders naar kijken. Neem de Schrift zonder de inspiratie van de Heilige Geest. Gebruik alleen je verstand en probeer het allemaal uit te werken. Wat is het resultaat? Foute leer en misleiding. Je hoeft alleen maar te kijken wat mensen zoals Joseph Smith of Mary Baker-Eddy kunnen aanrichten door een of twee Schriftgedeelten helemaal buiten de context te nemen! Zij wisten niet hoe zij de Schrift goed moesten onderscheiden, en zij onderwierpen zich niet aan de Heilige Geest, Hij Die de Schriften voor ons uitlegt. Het is een grove fout om de Schriften net zoals wiskunde of geschiedenis of maatschappijleer te bestuderen. Als je iemand een Bijbel geeft, die niet de Geest van God als leraar heeft, blijf je óf met een Farizeeër óf met een valse profeet zitten. Jezus merkte op dat hoewel de Farizeeërs de Schriften bestudeerden, ze Hem niet kenden en weigerden bij Hem te komen. Uiteindelijk ruimden ze Hem uit de weg terwijl ze zich toch krampachtig bleven vasthouden aan hun vleselijk begrip van de Wet en ook de Schrift bleven aanhalen! Zelfs de duivel kan het Schrift aanhalen, net als hij deed toen hij Christus in de woestijn op de proef stelde.
Wat probeer ik nu te zeggen? Ik zeg dat de Heilige Geest de waarheid bevestigt, die in de Schrift geopenbaard wordt, en dat de Schrift de waarheid bevestigt die de Heilige Geest openbaart (of Hij weerlegt dat wat zogenaamd van de Heilige Geest komt en het in feite niet is). we hebben allebei nodig en dit is wat ik in die sleutelwoorden zie: “in alle wijsheid.” En als je goed oplet zie je, dat de profetische bediening steunt op de Heilige Geest, terwijl de bediening van de leraar steunt op de Schrift. En wanneer ze samenwerken is er harmonie en balans. Zo verkondigde Paulus Christus. Hij waarschuwde én onderwees en hij gebruikte “alle wijsheid”, zowel de Geest als de Schrift, om deze missie te volbrengen.
We komen nu aan het einde van vers 28, een hele rijke tekst, maar er is nog meer. Ieder woord is kostbaar. We staan op het punt de reden voor dit alles te ontdekken. Wanneer we het woordje “om of opdat” in de Schrift zien staan, moeten we goed opletten want dan worden we het “waarom” verteld, de reden, het voornemen achter wat er net is gezegd. Nu schrijft Paulus, “Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten.” Waarom dan, Paulus? Wat is je drijfveer? Wat is je motivatie? Waar gaat het om? Wat is het doel ervan? “Om iedereen tot volmaaktheid in Christus Jezus te brengen.”
We zien hier het woord “volmaaktheid” staan en we moeten goed begrijpen dat het woord niet zondeloze volmaaktheid inhoudt, maar eerder geestelijke volwassenheid. Volmaaktheid volgens Paulus, is het geestelijk volwassen zijn. Het is de volle kennis van Christus hebben. Daar zullen we later wel meer over schrijven. Onthoud nu alleen maar, dat Paulus het in I Korintiërs 13:10-12 bespreekt. Hij zegt, “Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen.” Hij gaat dan verder over spreken, begrijpen, en redeneren als een kind totdat hij een man werd, en toen liet hij het kinderlijke achter zich. En hij heeft het over nu in een wazige spiegel kijken maar straks oog in oog kunnen zien. Wat betekent dit allemaal: geestelijke volwassenheid, tot de volle kennis van Christus komen? Als kind zijnde zien we ten dele; dat is onvolwassenheid. Volmaaktheid is van aangezicht tot aangezicht zien. Dat is intimiteit. Wie zien wij oog in oog? Christus – en ik bedoel hier niet mee dat we de Heer zien nadat we dood zijn. Dat heeft niets met geestelijke volwassenheid te maken; dat is de natuurlijke gang van het leven. Paulus verklaart dat het licht van de kennis van Gods luister al in ons hart is gaan schijnen, en dat die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus (II Korintiërs 4:6). We hebben het hier over Christus in de Schrift zien, Christus in onze harten zien, Christus in onze omstandigheden zien, Christus in onze broeders en zusters zien, Christus aan het werk zien in de wereld om ons heen. Alle dingen te zien als van Hem, alle dingen door Hem, en alle dingen tot Hem (cf. Romeinen 11:36) is geestelijke volwassenheid.
Wat een geweldig doel! En indien je telling bijhoudt, zul je zien dat Paulus nu al drie keer “Iedereen”zegt. Hij zegt: wij waarschuwen iedereen, we onderwijzen iedereen, en ons doel is iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen. Iedereen! Is dit overdreven? Denkt Paulus echt dat hij dat kan doen? Onthoud dat hij ook degene is die zegt, dat iedere knie zal buigen en iedere tong zal belijden dat Jezus Christus Heer is (cf. Filippenzen 2:10,11). Hij schrijft aan Timoteüs om voor “alle mensen te bidden… dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Redder, die wil dat alle mensen worden gered en de Waarheid leren kennen” (I Timoteüs 2:1-4ff). Paulus is óf helemaal misleid óf hij gaat op een doel af, dat waarlijk groter is dan hijzelf. Veel groter dan een bediening of het stichten van een paar gemeenten hier en daar; iets dat voortkomt uit God’s eigen hart. Hij heeft “iedereen” op het oog (niet alleen de Kerk) en niemand is uitgesloten omdat God iedereen insluit. Paulus kan het niet met minder doen dan dat God Zich heeft voorgenomen. “Hij is de Redder van alle mensen, bovenal van de gelovigen” (I Timoteüs 4:10). Dit is de Verlosser Die Paulus verkondigde. Wat geweldig is dit, en het woord geweldig is veel te zwak uitgedrukt. Je hoofd duizelt ervan. Het drijft sommige zelfs tot wanhoop, zo enorm groot is het.
Paulus had onder de druk ervan kunnen bezwijken. Hij werd wel erg moe. Hij werd zeker niet begrepen, werd verworpen en vervolgd. Hij heeft heel veel moeten lijden. Wat hield hem op de been? Vers 29 van Kolossenzen 1 zegt, “Daarvoor span ik mij in en strijd ik met Zijn kracht, die volop in mij werkzaam is.” Hij spant zich in en hij strijdt. Zo was Paulus. Zelfs wanneer hij zich voor verkeerde dingen inspande en streed, bleef hij strijden; hij was de missie volkomen toegewijd. In het werk van Paulus was iets heel bijzonders aan de gang, het was groter dan wilskracht en doorzettingsvermogen. Wilskracht kan je maar tot zover brengen. Wilskracht wordt overschat. We hebben meer nodig, iets bovennatuurlijks, iets dat niet afhankelijk is van mijn beperkte wilskracht. Wat dan? “Ik strijd met ZIJN KRACHT, die volop in mij werkzaam is.” het was niet de kracht van Paulus, maar de kracht van Christus in Paulus, en door deze Christus, zei Paulus, ” ben ik tegen alles bestand” (Filippenzen 4:13). Alles!
Dus Christus werkte krachtig in Paulus opdat Hij Zijn Voornemen kon volbrengen. En slaagde Paulus erin? Jawel – maar Paulus heeft niet de voltooiing van die heerlijke missie meegemaakt. Paulus was klaar, maar God’s Voornemen niet. Het Voornemen van God zou verder gaan, nog lang na Paulus, door de generaties heen en zelfs na onze tijd, en zou de Heer nog niet zijn terug gekomen, geven wij de fakkel weer door aan hen die na ons komen. Hoe had Paulus zich voor kunnen stellen dat wij hier vandaag de dag nog zouden zijn, tweeduizend jaar verder. Dat we nog die brieven van hem zouden bespreken, nog steeds geboeid door diezelfde Christus Die hij verkondigde?
En dus we hebben wij ons dit kleine stukje Schrift eigen gemaakt omdat Ik geloof dat het precies verwoordt waarom we hier zijn samengekomen in deze “School van Christus”. Als iemand vraagt, “Wat is jullie doel? Waarvoor leven jullie? Waarom deze website en waarom deze School van Christus? Waar ga je naar toe?” Dan is dit mijn antwoord: wij verkondigen Christus en we waarschuwen iedereen, onderrichten iedereen in alle wijsheid om iedereen tot volmaakte, volkomen, volwassen en ten volle ontwikkelde relatie met Jezus Christus te brengen. Tot dit doel zullen wij ons inspannen en strijden met Zijn kracht, die volop in ons werkzaam is. Amen.
About the Author
CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »