door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
“Waarachtig, ik verzeker je: toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal Een Ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ Met deze woorden duidde Hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei Hij: ‘Volg Mij.” (Johannes 21:18,19).
De meeste Christenen die tot de Heer komen, ervaren enorme vreugde als ze Hem voor het eerst gaan volgen. Dit gevoel van vreugde zet hun bidden kracht bij en in volle overgave zingen en aanbidden ze. Het Bijbellezen geeft hen onmiddellijk geestelijk voedsel; het lijkt wel of de woorden van de bladzijden afspringen. Alles in de Christelijke wandel gaat voorspoedig en zonder moeite.
Aan het begin van de Christelijke wandel zijn deze nieuwe discipelen graag bij andere gelovigen. Kerkgang en goede werken zijn hun grootste genot. Ze zijn begaan met hen die verloren zijn en met grote vrijmoedigheid getuigen zij aan elkeen die het maar horen wil. Wat ze aan kennis tekortkomen, wordt vergoed door inzet en ijver.
Gek genoeg verandert er iets na een tijdje met de Heer gewandeld te hebben. Bidden wordt steeds meer als een taak gezien. Ze zingen en aanbidden nog wel, maar het voelt droog en levenloos. Het Bijbellezen is ook niet meer zo interessant. Het naar de kerk gaan, dat vroeger vreugde was, is nu een sleur geworden. Het lijkt wel of ze hun passie voor de verlorenen kwijt zijn geraakt; ze getuigen nog maar zeer zelden. Als ze kijken naar hun huidige toestand en die vergelijken met hoe het vroeger was, lijkt alles dat ze gedaan hebben onzinnig, zelfs een beetje hypocriet. De kerk spoort hen misschien wel aan om meer te doen en daardoor hetzelfde als vroegen te ervaren, maar het lijkt wel of niets helpt.
Zijn deze mensen dan afgedwaald? Hebben ze hun eerste liefde verloren? Of is God hen gewoon vergeten? Toen ze jong waren, deden ze eenvoudig zelf hun gordel om en gingen hun eigen gang. Maar nu ze ouder zijn, leidt Een Ander hen in een richting, die ze zelf nooit zouden kiezen – omdat het de dood van Zelf betekent.
DE SMALLE WEG VAN ZELFVERLOCHENING
Aangezien de meeste Christenen geloven, dat hun geestelijk leven het allerbeste is wanneer zij zich geestelijk “voelen” en dat het laagste punt is bereikt als zij zich ongeestelijk “voelen”. Zolang het Bijbellezen, de kerkgang en het doen van goede werken een genot is, zitten ze gebakken. Maar als er vertwijfeling komt of als ze zich ongemakkelijk en in het duister voelen, geloven ze (ten onrechte) dat ze iets van hun vroegere status als ‘krachtige gelovigen’ verloren hebben.
We moeten goed begrijpen dat het geestelijke leven niets te maken heeft met hoe wij ons VOELEN. Maar sommige discipelen denken zo: “Vandaag kon ik vroeg opstaan en met veel gevoel bidden. De schriftlezing sprak me aan. Ik ervaar vrede en vreugde. Dit is het geestelijke leven!” De volgende dag echter is het: “Vandaag heb ik me verslapen en kon ik niet goed bidden. Het lezen sprak mij niet aan. Ik weet dat ik verlost ben, maar ik voel mij vandaag niet zo erg geestelijk. Ik verlies mijn geestelijk leven.”
Broeders en zusters, ik heb genoeg ervaring om te weten dat dit niet bij sommigen af en toe voorkomt, maar dat héél veel Christenen dit ervaren. Ze geloven dat hun geestelijk leven aan de top zit wanneer zij zich geestelijk voelen en een dieptepunt bereikt, als ze zich ongeestelijk voelen. Dit komt omdat ze denken, dat de Heer alleen positieve, fijne, goede en heerlijke dingen voor hen heeft. Het komt hierop neer, dat zij een leven van gevoelens zien als een leven van geloof.
Het is waar dat als wij jong zijn, we ons zelf mogen kleden en doen wat we zelf willen. Echte geestelijke groei houdt in dat ik steeds minder word en Hij meer. (Johannes 3:30). Het echte kenmerk van groei is niet gebaseerd op hoe wij over onszelf voelen of wat andere mensen van ons vinden. Onze geestelijke wandel is niet alle heerlijke dingen van de Heer bij elkaar. Echte geestelijk groei is de vermindering van Zelf en toename van Christus in ons. Echte ‘geestelijk kracht’ is gegrond in zwakheid en niet in (eigen)kracht. Het echte ‘geestelijke leven’ neemt plaats in het sterven: “Niet langer ik die leef, maar Christus die leeft in mij”(Galaten 2:20). Hoe ouder wij in de Heer worden, hoe minder wij onszelf mogen leiden. Dan laten wij Een Ander onze handen vastpakken, ons omgorden en leiden naar de plaats, die WIJ zelf niet zouden kiezen. Dit is noodzakelijk en onvermijdelijk.
Een van de kenmerken van jonge discipels is hun vermogen zichzelf te kunnen kleden en leiden. Ze vinden het erg gemakkelijk om van de ene plaats naar de andere te wandelen. Ze zijn ijverig en vol goede werken. Als zij noden zien, bieden zij onmiddellijk hulp aan. Als zij ergens naartoe willen, gaan ze gewoon. Willen ze iets zeggen, dan zeggen ze het gewoon. Willen ze iets doen, dan doen ze het gewoon. Ze zitten vol plannen en dromen.
We zeggen niet dat dit verkeerd is, maar willen wel aangeven dat dit slechts het beginstadium van de geestelijke groei is. De vraag is niet in welke nood ik wil voorzien of waar ik naartoe wil gaan, wat ik zeggen of doen wil? De echte vraag is: wat brengt God de eer? Als “ik” iets doe wat ik goed of geestelijk vind, is het toch “ik” die het doet. Al te vaak doen we wat ons de eer brengt en wordt de eer van God niet in acht genomen. Als we ons afvragen wat Hem de eer geeft, zien we ( in dit schriftgedeelte vooral) dat de Heer de eer ontvangt door ons te laten omgorden en leiden, waar HIJ ons naartoe wil brengen – zonder dat “ik” Hem in de weg sta.
Geestelijke volwassenheid betekent niet dat ik meer of minder kan doen, maar dat ik niets vanuit mijzelf kan doen. God wordt meer verheerlijkt door mijn “sterven” dan door mijn “leven”. Het is erg moeilijk om dit in te zien. We worden steeds verteld dat God ons heeft “ingehuurd”om voor Hem in Zijn Koninkrijk te werken. Als ze niet elke week bij het “werk” opdagen, lijdt het Koninkrijk eronder (wordt er gezegd). In plaats van een juk dat niet zwaar en een lichte last is, zo zegt de Heer, geeft religie hen een zwaar juk en een onmogelijke last.
Degenen die jong zijn mogen dan wel de vrijheid hebben om zichzelf te omgorden en te gaan en staan waar zij zelf willen, maar na een tijdje begint de Heer deze dingen aan te raken en vinden we het steeds moeilijker vanuit onszelf te leven, te gaan en dingen te doen. ‘Zelf’ wordt door Christus vervangen en Iemand Anders begint ons te omgorden en ons naar plaatsen te brengen, waar wij niet willen zijn.
DE GEVANGNEN VAN DE HEER ZIJN EIGENLIJK VRIJ, HOEWEL ZIJ GEBONDEN ZIJN
“Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag jullie dringend…” (Efeziërs 4:1a).
T. Austin-Sparks sprak in Manilla een menigte gelovigen toe in de jaren ’60. De heiligen daar hadden hem herhaaldelijk gevraagd te komen, maar niets kon hem ervan overtuigen eerder te komen dan dat de Heer hem toestemming gaf om te gaan. Toen hij uiteindelijk arriveerde gaf hij deze verklaring: “lieve vrienden, wij zijn gevangenen van de Heer Jezus. Wij kunnen niet gaan en staan waar we zelf willen. En we kunnen niet zomaar zelf besluiten wanneer we gaan.”
Deze eenvoudige illustratie toont ons het verschil tussen jong en oud. De jonge mensen zijn onafhankelijk en vrij. Als de weg geblokkeerd is, banen zij zich een weg erdoor heen. Ze denken niet dat de weg misschien wel geblokkeerd wordt omdat zij zichzelf nog omgorden en gaan waar ze willen. Maar zij die de Heer kennen, zijn niet onafhankelijk en vrij. Waarom? Omdat Een Ander uitmaakt of ze wel of niet moeten gaan, wat ze wel of niet moeten zeggen en wel of niet moeten doen.
Er bestaat een vrijheid die eigenlijk geen vrijheid is, het is een verkapte vorm van gevangenschap. Velen zeggen “vrij”te zijn, terwijl het duidelijk is dat echte vrijheid niet betekent dat ik kan doen wat ik zelf wil, maar dat ik vrij ben het niet naar eigen inzicht te moeten doen. Als ik mijn eigen weg ga en doe wat ik zelf wil, kom ik hoe dan ook meer vast te zitten.
Aan de andere kant is er een gevangenschap die niet echt gevangenschap is; het is een verborgen vorm van vrijheid. De gevangenen van de Heer hebben al iets van deze “verborgen vrijheid” geproefd. Door hun armen uit te strekken en toe te staan dat Die Ander hen leidt, lijkt het alsof zij al hun “rechten” verspelen. Wat vreemd, denken wij, dat de Heer vaak – letterlijk en figuurlijk zijn beste ambassadeurs aan banden legt. Maar de gevangenen van de Heer ondervinden meer vrijheid in hun “gevangenschap” dan de meeste mensen in hun “vrijheid”ervaren.
Wat betekent het een gevangene van de Heer te zijn? Het betekent dat wij niet meer van onszelf zijn. Wij behoren ook niet tot de wereld. Wij behoren zelfs niet aan de kerk. Wij zijn het kostbare bezit van de Heer. Als gevangenen van de Heer zien wij af van al onze rechten. Wij doen afstand van al onze eigenzinnige wegen en onderwerpen ons aan zijn wil en Zijn Koninkrijk in alle dingen.
Wanneer wij voor het eerst bij de Heer komen denken wij, dat wij echt alles geven, maar we beseffen niet hoe machtig de eigen “ik” is. Daar reken je niet in één keer mee af. Er gaan vele seizoenen van God’s handelen voorbij, vÓÓr wij de Waarheid van God en de waarheid van onszelf inzien. Mijn ervaring is dat er meer hoop is voor iemand die op het punt staat ermee op te houden dan voor iemand, die zich elke dag voorneemt zijn leven te beteren. Alleen als wij een tiental, honderd of duizendmaal geprobeerd en gefaald hebben, zullen we uiteindelijk erkennen:”Heer, nu besef ik dat ik vanuit mijzelf niet in staat ben iets te doen, want alles dat ik uit mijzelf doe faalt toch. Ik kan niet meer! Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede!”
Deze woorden spreken we niet zomaar. We kunnen ze wel uitspreken en met ons verstand aannemen dat het zo is, maar al spoedig bewijst ons gedrag dat wij het niet echt geloven. De Heer moet daarom lang en geduldig aan ons werken om onze woorden tot een HARTSGESTELDHEID om te vormen. Veel Christenen vragen zich af waarom hun omstandigheden zo moeilijk zijn. Waarom kan het niet eens gemakkelijk gaan? Waarom is alles zo’n enorme uitdaging? Het klinkt misschien eenvoudig – maar de hoofdreden is dat God verlangt jou tot Zichzelf te reduceren en je Zijn gevangene te maken.
Als gevangenen van de Heer hebben wij geen controle over onze omstandigheden, ons komen en gaan. Controle is een illusie. De Wind waait waar Hij wil (niet waar wij willen), en wij kunnen niet zeggen waar Hij vandaan komt of naartoe gaat. ( Johannes 3:8). Maar al te vaak denken wij dat wij God, de Bijbel, de Kerk en ons geestelijke leven door en door kennen. We hebben een antwoord op elke vraag. We hebben een oplossing voor ieder probleem. En dan opeens draait de Wind en beseffen we dat we helemaal niets weten. We gaan inzien dat wij de Wind niet kunnen bijsturen, maar dat de Wind ons voortstuwt. Dit is hoe God óns kleiner maakt en Christus meer. Door ervaring gaan we leren – “zonder Mij kun je niets doen” (Johannes 15:5b).
TOENEMENDE STRIJD – EEN INDICATIE VAN GEESTELIJKE VOLWASSENHEID
“WIE ACHTER Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.” (Lucas 9:23).
Het Kruis toont ons waarom het leven steeds moeilijker lijkt te worden naarmate wij ons op De Smalle Weg begeven. Aangenomen dat wij niet in zonde leven, ons hart op God gericht is en wij ons niet meer hetzelfde “voelen” als vroeger, moeten wij dan denken dat er iets mis is? Veel Christenen zouden “ja” zeggen; er is vast iets verkeerd. Zouden we God moeten vragen om onze “goede” gevoelens te herstellen? Veel Christenen die van mening zijn, dat het geestelijke leven een aaneenschakeling van bergtop ervaringen moet zijn, zouden ja zeggen. Integendeel, wij zouden moeten beseffen dat God ons wil leren in geloof te wandelen en dit staat haaks op leven volgens ons “gevoel”.
Om ons te leren geeft de Heer vaak een aantal geestelijke ervaringen aan het begin van onze wandel met Hem. Of Hij laat toe dat wij duidelijk Zijn stem horen zeggen wat te doen en waar te gaan. Deze duidelijkheid is belangrijk voor kinderen die niet beter weten. Maar naarmate we groeien, worden deze ervaringen steeds minder. Waarom? Omdat Hij wil dat wij met Hem wandelen zonder de manifestatie van een geestelijke ervaring, een goed gevoel of een duidelijke stem. Dan is onze wandel met Hem gegrond op onze relatie met Hem.
Het probleem met ons gevoel is dit: als ik mij vandaag geestelijk voel, lees ik de Bijbel, bid en getuig ik van God. Maar voel ik niet geestelijk, dan doe ik niets. Als wij zo leven, gaan we langzamerhand inzien dat het niet uitmaakt of ons gevoel goed of fout is; of dat het gevolg van ons gevoel goede of foute daden zijn. Hoe dan ook, leven wij volgens ons gevoel en niet omdat wij één zijn met Christus. Indien zelfs de “goede dingen”die ik doe van mijn gevoel afhangen, zijn zij geworteld in mijn eigen “ik”. Mijn gevoel – goed, kwaad, of onverschillig – komt vanuit mijn eigen zelfzuchtige “ik”. Zelf en “ik” moeten sterven om te kunnen leven. Natuurlijk betekent dit niet dat een Christen geen gevoelens heeft, maar het betekent wel dat een discipel van de Heer zich niet door zijn/haar gevoel laat leiden.
Dit is de praktische toepassing van het Kruis. Alleen gevangenen dragen het Kruis – “vrije”mensen niet. Degenen die zichzelf liefhebben zullen het nooit opnemen, want dan beseffen ze dat ze het doodsvonnis in zich meedragen. En natuurlijk “voelt’dit niet prettig. Degenen die volgens hun “gevoelens leven” vinden dit dus een ondragelijke gedachte. Het Kruis is bedoeld om mijn eigen leven tot een einde te brengen, zodat ik door de dood naar een Opstandingleven kan gaan. Dit is het doel van Gods handelen voor alle discipelen. Hoe sneller wij gevangenen van de Heer worden, des te sneller komen wij tot ons uiteindelijke doel.
Wat betekent het om een gevangene van de Heer te zijn? Ten eerste betekent het dat wij onze eigen vrijheid afleggen. Wij zijn niet langer vrij om onszelf te omgorden en te gaan waar wij naartoe willen. Anderen kunnen doen wat ze willen, maar gevangenen van de Heer hebben die vrijheid niet. Anderen kunnen ondanks alles hun eigen wil doordrukken, maar onze dagen en wegen zijn in Zijn hand.
Ten tweede moet een gevangene van de Heer lange tijden van eenzaamheid aanvaarden. We zijn blij als de gelegenheid zich voordoet om andere gevangenen te ontmoeten en vriendschappen te maken, maar als gevangenen van de Heer wordt er vaak gevraagd dat wij alleen en afgezonderd met de Heer optrekken. Al onze relaties moeten de indruk van het Kruis in zich hebben. Dat betekent, dat wij onze familieleden en vrienden aan God overgeven en ze op Zijn tijd terug ontvangen. Op deze manier blijft Hij de belangrijkste plaats in alles houden.
Ten derde betekent een gevangene van de Heer te zijn, dat wij het doodsvonnis aanvaarden en ons overgeven aan Zijn oordeel. We zijn geen gevangene van de Heer als wij steeds onze onschuld verklaren. Als wij het niet eens zijn met de Heer dat onze eigen “ik” de dood verdient, stellen wij onnodig het onvermijdelijke uit. Als we toch het Kruis op moeten nemen om samen met Hem gekruisigd te worden, is het beter dat we doen wat Christus deed – onze geest in de handen van de Vader overgeven en vredig voor Hem buigen. Dus laten wij de Beker drinken die de Vader ons geeft. Als we blijven strijden en protesteren, zoals de twee dieven, dan houdt ons lijden niet op en moeten de soldaten komen om onze benen te breken. Hoe dan ook, het Kruis betekent de dood. Hoe sneller wij onszelf daaraan overgeven, hoe sneller wij de Opstanding ontdekken.
Het is een heerlijk om een gevangene van de Heer te zijn, want in onze gevangenschap vinden wij vrijheid. In onze zwakte vinden wij kracht. In onze dwaasheid vinden wij wijsheid. In onze armoede vinden wij rijkdom. Door alles te verliezen erven we alles. Door het doodsvonnis te accepteren, vinden wij het eeuwige Leven van de Heer. Laat ons onze handen uitstrekken en toestaan dat Hij ons omgordt en leidt zoals Hij wil. Dat is de smalle weg, die we nooit zelf zouden kiezen. Het is de weg van zegen, hoewel het niet op het eerste gezicht zo lijkt. Mag de Heer dit woord in onze harten bevestigen. Amen.
About the Author
CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »