door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
“…Petrus zei tegen Jezus, Meester, het is goed dat wij hier zijn: laten wij drie tenten opslaan…” (Lucas 9:33ff).
Het Griekse woord voor “kerk” is “ecclesia”, dat betekent, “zij die geroepen zijn”. Langzamerhand werd dit woord gebruikt voor het samenkomen (de plaatselijke manifestatie) van hen die geroepen en apart gezet zijn. Dit samenkomen is niet iets dat wij vanuit onszelf doen, het is het werk van de Heer. Wij zijn niet de Kerk omdat wij samenkomen in een dienst of in een groep. Enig iemand die dat wil kan samenkomen, voor wat voor reden dan ook. Maar wij worden door de Heer Zelf samengevoegd tot een geestelijke tempel, een Huis van Levende Stenen. Jezus bouwt Zijn Kerk en Jezus roept de mensen bijeen. Onze samenkomsten zijn uiterlijk zichtbaar, maar dit samenvoegen van de Levende Stenen is iets innerlijks, onzichtbaar, geestelijk en eeuwig. Ik bid dat God ons zal verlossen van “samenkomsten” en ons Zijn Zoon zal openbaren. Dan zullen we beseffen dat we nu al zijn samengevoegd in de Kerk die Hij bouwt, gegrond op de openbaring van Wie Hij is.
Wij kúnnen de Kerk niet bouwen. Waarom? Omdat Jezus haar bouwt. Wij kunnen daarom ook niet zelf samenkomen; de Heer doet dat ook. Ik zeg niet, dat wij niet in staat zijn te vergaderen, maar wel dat ons bijeenkomen geen Kerk vormt. Wij kunnen veel samenkomsten organiseren of bijwonen zonder dat wij echt een Kerk zijn. Mensen vragen mij waar ze ‘een fijne gemeenschap’ kunnen vinden. Als ik een beetje doorvraag, blijkt het dat ze slechts op zoek naar een ‘samenkomst’ zijn. Nu kun je overal wel een samenkomst vinden. Daar heb je mij niet voor nodig. Ik kan geen enkele ‘samenkomst’ aanbevelen, maar ik kan je wel broeders en zuster aanwijzen, die de Heer lief hebben boven alles.
De Heer wil ons samenvoegen tot een geestelijke Tempel, maar als we om ons heen kijken, wordt het duidelijk dat wij het over zeer veel zaken oneens zijn. We zouden de hele lijst wel kunnen opnoemen. We zouden uren kunnen discussiëren over denominaties, organisaties, leerstellingen, geloofsovertuigingen, gewoonten en zo meer. We zouden een lijst van honderdduizend dingen kunnen maken die ons scheiden, maar de kern van de zaak is: ‘Hebben wij de Heer gezien?’ Als we eenmaal de Heer gezien hebben, is het genoeg; deze openbaring van Wie Hij Is, is voldoende… En als we de Heer niet hebben ‘gezien’, dan is het nutteloos leer en geloofsovertuiging te bespreken.
De vraag is dus: Heb jij de Heer gezien? Ik bedoel niet in een droom of visioen, maar heb je de Heer gezien omdat de Vader hem in jou heeft geopenbaard? We kunnen bidden zonder de Heer te zien. Het is mogelijk goede werken te doen zonder de Heer te zien. Het is mogelijk (en heel normaal) om je hele leven kerk bijeenkomsten bij te wonen zonder de Heer te zien. Twee mensen die beweerden Jezus te kennen, liepen samen met Hem op de weg naar Emaüs, maar zij zagen niet Wie Hij was totdat hun ogen geopend werden. Velen bevinden zich vandaag de dag in diezelfde situatie. We kunnen Hem niet zien totdat de ogen van ons hart geopend worden. Als we eenmaal van binnenuit verlicht zijn, zullen wij hem kunnen zien en zullen wij Hem kennen.
Als je de Bijbel leest, dan weet je dat er velen zijn die, “Heer, Heer” roepen en wonderen verrichten in Zijn Naam, maar die feitelijk niet door Hem gekend worden en geen deel hebben aan het Koninkrijk van God. Dit zou ons op onze knieën moeten laten vallen en ons aansporen ons eigen hart te onderzoeken. Kennen wij de Heer wel écht? Hebben wij Hem echt gezien? Heeft God Zijn Zoon aan ons geopenbaard?
Als we naar de geschiedenis kijken en zien hoe God met de mens omgaat, zien wij een patroon tevoorschijn komen. Dit patroon wordt duidelijk geïllustreerd op de Berg van Verheerlijking, een gebeurtenis opgetekend in het Evangelie van Matteüs, Marcus en Lucas. Dit is het patroon: de Heer maakt op soevereine wijze zijn Heerlijkheid openbaar en dan proberen wij Hem met menselijke handen vast te pinnen. Dan loopt de Heer door; en moeten wij of mét Hem verder gaan, of blijven waar we zijn. Laten we eens naar ieder aspect op zich kijken.
VOOR HUN OGEN VERANDERDE HIJ VAN GEDAANTE
We zeggen dus, dat de openbaring van Christus voldoende is; let wel, als we de Heer Jezus gezien hebben, telt niets anders meer en komt uiteindelijk alles terecht. Maar als we de openbaring van Christus niet hebben of slechts ons eigen idee ervan, of als onze kennis van Hem uit een andere bron komt dan vanuit de Vader Zelf, maakt het niet uit hoeveel we in de Bijbel lezen of hoeveel samenkomsten we bijwonen, of hoeveel mensen we horen preken. Dan zijn we namelijk als mensen “die alsmaar willen leren maar nooit in staat zullen zijn de Waarheid te kennen”. Dit verklaart ook hoe het mogelijk is vele werken in de Naam van Jezus te doen, waarbij de Heer zegt: “Ik ken u niet!”.
De Heer openbaart Zichzelf op verschillende manieren en iedere getuigenis is anders. Christus werd aan Petrus openbaar toen deze aan het vissen was, maar Thomas zag pas wie Christus was nadat de Heer aan hem verscheen en Zijn wonden liet zien. Paulus ontving de openbaring van Christus op weg naar Damascus, toen hij van plan was om de Christenen te doden. Een andere man zegt weer, dat Christus zich aan hem openbaarde toen hij hartje winter een dode boom stond te bekijken. Christus werd aan mij geopenbaard, toen ik in mijn achtertuin zat en twistte met God over de inhoud van de Bijbel.
Wat hebben deze ervaringen gemeen? Het zijn allemaal spontane openbaringen van Jezus Christus. Zonder waarschuwing laat de Heer zien Wie Hij is. Eerst waren we blind, nu kunnen we zien. Het is alsof men vanuit de ene kamer overstapt naar een andere en de deur achter ons dichtvalt. Wij zijn de man die blind geboren is, zoals beschreven in Johannes 9. Hij kan niets aan zijn situatie veranderen, hij kan niet langzamerhand gaan zien. Hij is blind GEBOREN en hij ziet alleen het donker totdat de Heer, het Licht van de Wereld, hem laat zien. Zoveel blinden hopen hun gezichtsvermogen te verbeteren door preken, samenkomsten en meer onderwijs. Maar een moment van “zien” is meer waard dan tienduizend jaar onderwijs. Het is beter aan de voeten van een eenvoudige man te zitten die de Heer heeft gezien, dan onderricht te worden door de meest geleerde Bijbellerraar die blind is voor de dingen van God.
Vaak, wanneer ik hierover spreek word ik gevraagd, “Wat moet ik doen om deze openbaring van Christus te kunnen ontvangen?” En het antwoord is, dat je niets HOEFT te doen en niets KUNT doen. Maar met volle overtuiging kunnen we zeggen, dat het in de aard van God ligt om Zichzelf te openbaren. De Vader verlangt er naar Zijn Zoon aan ons openbaar te maken. De enige voorwaarde is, dat wij ook verlangen Hem te zien, Hem te kennen zoals Hij is. De openbaring van Christus is als een lichtbundel, die zonder waarschuwing de donkere wolken van deze wereld doorbreekt en je – geestelijk gezien – omver gooit. Het kan een uiterlijke gebeurtenis zijn of niet; het zou iets dramatisch kunnen zijn of niet. Maar als wij Hem eenmaal gezien hebben, is het net alsof er binnenin ons een knop omgaat. We wéten dat we veranderd zijn.
Het lijkt een beetje op de Berg van Verheerlijking. De Heer Jezus nam Petrus, Jacobus en Johannes met zich mee de berg op om te bidden. Zij waren waarschijnlijk gewend dit te doen, want de schriften vertellen van meerdere tijden dat Jezus ging bidden. Maar bij deze gelegenheid, werd Zijn uiterlijk veranderd en zijn heerlijkheid werd hen openbaar gemaakt. Dit was een soevereine daad, een onthulling. Er was geen waarschuwing, geen bijzondere voorbereiding. Petrus, Jacobus en Johannes hadden er niets mee te maken. Ze lagen te slapen toen het gebeurde. Ik hoop dat dit diegenen bemoedigt die denken dat het ontvangen van een openbaring van Christus volgt op iets dat gedaan moet worden. Nee, het is alleen genade. Eigenlijk is het onwaarschijnlijk, dat we de Heer kunnen zien totdat wij onze eigen werken en woorden neerleggen.
We hebben tot nog toe hoofdzakelijk gesproken over hoe Christus zich persoonlijk aan ons openbaart, maar er is ook een gezamenlijke openbaring. Wat wij persoonlijk van de Heer ontvangen, zou namens het hele Lichaam ontvangen moeten worden en niet slechts voor ons eigen bestwil. Toch vindt er soms ook een openbaring van de Heer plaats wanneer wij bijeen zijn in de Naam van de Heer. Uiteindelijk zegt Hij zelf, “waar twee of meer in Mijn Naam vergaderd zijn, ben Ik in hun midden.” Dit is de eenvoudigste vorm van de kerk – het samenkomen van hen die geroepen zijn. Niet twee- of drieduizend, niet twee- of driehonderd, niet twee of drie dozijn – maar twee of drie, en de Heer kan er zijn. Wij maken ons zo druk om getallen. Waar het echt om gaat is niet hoeveel er zijn, maar is de Heer bij degenen, die samengekomen zijn aanwezig? Ik ben liever met twee samen en weet dat de Heer bij ons is, dan in een menigte religieuze mensen waar de Heer niet aanwezig is. Het is in deze gezamenlijke openbaring dat het gevaar schuilt, en Petrus laat dat heel mooi zien als de eerste woorden die uit zijn mond komen zijn….
“HET IS GOED VOOR ONS”
Het is nodig hier iets duidelijk te maken; Wanneer het de Vader behaagt Zijn Zoon aan ons openbaar te maken, is het om Hem te verheerlijken en niet ons. Maar al te vaak willen wij geestelijke openbaring ter verheerlijking van onze eigen naam of eer. Dit is niet toegestaan in het Koninkrijk, waar Christus Alles in alles is. Wat ons is toegestaan van de Heer te zien is om Hem te verheerlijken en is niet voor ons ontwil.
Maar kijk eens hoe snel “zelf” om de hoek komt kijken. “Meester, het is goed (voor ons) dat wij hier zijn!” Goed voor ons. Goed voor ons. Goed voor ons. Dat horen we steeds weer . “Is het niet heerlijk om vandaag in het huis van God te zijn?” “Ik heb vandaag echt van de preek genoten.” “Ik heb zo van de muziek genoten.” “Wat een heerlijke dienst.” “Ik ben zo blij dat ik dit groepje gevonden heb.” Of, “Ik heb niets van die preek ontvangen.” “De muziek was afschuwelijk.” “Er is hier niets voor mijn kinderen.” Ik, ik, ik. Het gaat om mij, mij, mij. Goed voor ons, of niet goed voor ons. De muziek, de prediking, de dienst, alles draait om ons, onze behoeften.
Daarom beklemtonen wij steeds de reden waarom wij niet regelmatig samenkomsten bijwonen of ondersteunen, n.l. omdat deze vaak niet om de Behoefte van de Heer gaan. Het eigen IK doordringt zo veel van wat we doen (of niet doen), zelfs in geestelijke zaken waar het eigen ik weggecijferd behoort te worden. Petrus is een man die op zichzelf gericht is. Dus is zijn reactie op de heerlijkheid van de Heer “Het is goed voor ons! Laten wij iets voor U oprichten..” Dit is hoe vele werken, denominaties en bedieningen zijn ontstaan. In Zijn soevereiniteit maakt de Heer iets aan een handjevol mensen openbaar en beginnen zij iets te bouwen – een kerk, een beweging, een denominatie – zodat ze de heerlijkheid kunnen indammen. Of de Heer wordt openbaar bij een specifieke samenkomst of gelegenheid, waarop we besluiten de volgende week weer bij elkaar te komen in de hoop, dat hetzelfde weer gebeuren zal. En ga zo maar door. Wij geloven dat als we maar de goede combinatie van muziek, prediking of aanbidding kunnen vinden, het “goed voor ons” is elke keer dat we bij elkaar zijn. Maar al gauw is het Leven eruit, hoewel de samenkomsten nog steeds doorgaan! “Ik zal Mijn Kerk bouwen,” zegt Jezus. Dat is Leven. “Laat ons voor U oprichten” zegt Petrus. Dat is Dood. Om te zien of iets leeft of dood is hoeven we alleen maar naar de bron terug te gaan. “Laat ons bouwen of oprichten” is fout, maar “Laat ons VOOR U bouwen” is net zo verkeerd. De motivatie van beiden is hetzelfde: ” Het is goed voor ons.”
Wat Petrus niet besefte, en wat wij ook niet kunnen inzien, is dat de heerlijkheid in Christus is; niet in een methode, een samenkomst, of een beweging – het gaat om Hem, en niet om ons. Maar al te snel wordt: “Het is goed voor ons…” omgezet in “Laat ons bouwen voor U…” Hoe subtiel is ons vlees! Hoe vaak hebben wij niet omwille van “gemeenschap” iets “voor” de Heer opgezet, dat onszelf eigenlijk goed van pas kwam.
“LUISTER NAAR HEM”
De schrift vertelt ons dat Petrus niet besefte wat hij zei, toen hij aanbood iets voor Jezus op te richten. Jezus reageerde niet op hem. In plaats daarvan kwam er een wolk aandrijven die een schaduw over hen wierp en een stem riep:” Dit is Mijn Zoon, luister naar Hem!”
De Vader toont ons steeds dat Zijn Zoon Alles in Alles is. Hij laat alle dingen meewerken ten voleinding van Zijn ultieme Doelstelling, namelijk dat Christus de preëminentie heeft over alle dingen. Dan begint Jezus af te dalen de vallei in, en moeten de discipelen besluiten of ze op de berg zullen blijven of dat ze Hem bergaf volgen. De berg is vol licht, kracht en heerlijkheid, maar in de vallei wachten het donker en demonen. “Het is goed voor ONS om HIER te zijn Heer! Laat ons hier iets voor U bouwen!”
Hoeveel tabernakels zijn er niet op de bergtop gezet in de Naam van Jezus; nadat Jezus al lang weer in de vallei afgedaald is? Hoeveel mensen en plekken denken de heerlijkheid van de Heer te hebben, terwijl de Heer al lang vertrokken is? Ik kan verscheidene gevallen bedenken, waar de Heer lang geleden echt iets heeft gedaan in een groep of kerk of samenkomst en nu heeft die groep, of kerk of samenkomst een hele beweging er omheen opgezet. Wat in de Geest begonnen is, wordt nu door het vlees in stand gehouden en “Het is goed voor ons”. Het is triest dat sommige mensen niet kunnen beseffen dat er buiten de Heer Jezus geen aanwezigheid van God, geen heerlijkheid, geen kracht is. We kunnen roepen dat we de aanwezigheid, de heerlijkheid en de kracht hebben, maar als we de Heer Zelf niet hebben, zijn al deze dingen slechts geestelijke namaak.
Jezus vermeerderde het brood en de vis en de schare dacht, ” Het is goed voor ons hier te zijn.” Maar gedurende de nacht vertrok Jezus en ging naar de andere kant van het meer. De volgende ochtend konden ze Hem niet vinden. Ze staken het meer over in een wanhopige poging om Hem te zoeken. Maar, toen ze Jezus gevonden hadden, zei Hij in essentie dit “Jullie volgen Mij alleen omdat ik jullie maag met voedsel gevuld heb.” Het is belangrijk dat we dit onderscheid maken, want ik vrees dat als wij eenmaal besluiten dat iets “Goed voor ons” is, we DAAR achteraan gaan en de Heer missen. Johannes schrijft dit verhaal op om te laten zien dat het echte wonder niet is, dat de Heer hen brood gaf, maar dat de Heer Zichzelf aan ons geeft als het Levende Brood. Wat zou je liever hebben, een volle maag of eeuwig leven? De aanwezigheid van God of God Zelf? De heerlijkheid van God of God Zelf? Willen wij verlossing of de Verlosser? Willen we genezing of de Grote Geneesheer Zelf? Willen we dat wat de Heer ons kan geven of de Heer zelf?
Christenen zijn op zoek naar allerlei geestelijke gaven: zalving, kracht, gaven, zegen, vrucht, wijsheid, voorspoed. Ik bid dat de Heer ons tot in het diepst van ons hart ontevreden maakt met DINGEN, zelfs dingen die Hij ons geeft en ons alleen honger en dorst geeft naar Zichzelf. Mogen we de dingen niet beoordelen omdat ze ” goed voor ons ” zijn, maar omdat ze goed zijn voor de Heer. Zijn ze goed omdat Zijn Wil erdoor gedaan is, Zijn Verlangens vervuld worden, Zijn Doel erdoor bereikt wordt of Zijn zoon er door zichtbaar wordt gemaakt? Hij is de Enige, de Geliefde Zoon van God. Moge de Heer ook voor ons van gedaante veranderen! Amen.
About the Author
CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »