door Chip Brogden
(Vertaald door Bibi Godschalk)
Velen Christenen zijn gebonden door hun vrees voor mensen. Wanneer we dit reële en wijdverspreide probleem bespreken, zullen we eerst moeten erkennen dat het onmogelijk is een woordvoerder van God te zijn en tezelfdertijd bang voor mensen. We zullen het heel moeilijk vinden, al dan niet onmogelijk om van God te getuigen als er een geest in ons huist, die zich aan mensen uit angst, schuchterheid of vrees onttrekt.
Als je de Heer ooit nederig gevraagd hebt: “Gebruik mij Heer, spreek door mij, laat Uw Wil geschiede door mij,” dan kun je verwachten dat de Heer onmiddellijk met jou aan de slag gaat wat betreft de vrees voor mensen. Het is een fundamentele les die we moeten leren, zodat we vruchtbaar en getrouw kunnen zijn met alles dat God ons toevertrouwt.
Laten we maar onmiddellijk tot de kern van de zaak komen: we zijn bang voor anderen omdat we te veel van onze eigen ik houden. Neem je deze eigenliefde onder handen, dan pak je de vrees voor mensen ook aan. De vrees voor mensen is slechts een symptoom van die eigenliefde en openbaart zich in drie basis gebieden van onze relaties met anderen. Als een dienaar van God op deze drie gebieden kan overwinnen, zal hij of zij vrij zijn van de vrees van mensen. Ze zijn als volgt: het verlangen naar waardering, het verlangen naar compensatie en het verlangen naar promotie. We gaan ieder apart behandelen.
HET VERLANGEN NAAR WAARDERING
Massa’s heiligen struikelen hierover. We willen graag dat anderen ons begrijpen als we iets doen. We willen dat ze echt bevatten wat wij zeggen. We kunnen het niet verdragen als een ander ons niet begrijpt. We willen dat anderen de waarheid die wij spreken, het woord dat wij brengen en het inzicht dat wij hebben verkregen, waarderen. Het vlees is bekleed met dit verlangen en het zal voor iemand, die het Woord van God spreekt, een valkuil zijn. We kunnen niet bang zijn voor anderen, voor wat ze denken, voor hoe ze zullen reageren, als we doen en zeggen wat de Heilige Geest ons leidt te doen en te zeggen. De vrees voor mensen zal ervoor zorgen dat we veel meer woorden zeggen dan die door God gegeven zijn. Dit moet ten alle tijden vermeden worden.
Toen Jezus de menigte toesprak, verheerlijkte Hij zich niet in de grootte van de menigte. Hij feliciteerde Zich niet dat Hij zo’n succesvolle bediening had. Hij trachtte juist de aantallen te verminderen door moeilijke woorden als: “Jullie moeten Mijn bloed drinken en Mijn vlees eten als jullie Mijn discipelen willen zijn” te zeggen. Toen Hij dit zei, trok de menigte en velen discipelen zich terug en gingen niet verder met Hem mee. En in plaats van erachter aan te gaan om zich begrepen en aanvaard te voelen, keek Hij ze na. Toen keerde Hij zich tot de Twaalf en zei: “Willen jullie soms ook weggaan?” Hier is een Man die niet bang is om niet begrepen te worden. Hij is niet bang voor mensen, niet over wat ze denken of wat ze ten onrechte over Hem zullen zeggen.
WIJ kunnen begrijpen wat Hij zeggen wilde, maar ZIJ niet. Waarom legde Hij niet uit wat Hij ermee bedoelde? Omdat Zijn liefde niet voor Zichzelf was, omdat Hij niet verlangde begrepen te worden. Hij riep alleen degenen die oren hadden om te horen. Hij sprak het Woord en liet toe dat de toehoorders hun eigen oordeel vormden en hun eigen geestelijk onderscheidingsvermogen gebruikten. Hij vond het niet nodig gewaardeerd en aanvaard te worden. Hij wilde niet dat ze HEM wèl aanvaardden en niet het WOORD dat Hij bracht. Als ze Zijn Woord verwierpen, verwierpen ze Hem.
Om de vrees voor mensen te kunnen overwinnen, moeten we niet alleen bereid zijn om niet begrepen en gewaardeerd te worden; we zouden moeten verwachten dat dit gebeurt. Dan pas zijn we vrij om wat God ons gegeven heeft uit te spreken en raken we niet ontsteld als anderen niet in staat zijn het belang ervan te begrijpen.
HET VERLANGEN NAAR COMPENSATIE
Als wij het Woord van God brengen aan de mensen, die ons materieel ondersteunen, ontstaat er vanzelf een belangenconflict. We komen in de verleiding het Woord te temperen uit vrees, dat wij hen die ons verzorgen, kwetsen.
De compensatie hoeft zich niet eens te beperken tot financiële dingen. Als vrienden een bijzondere plek in ons hart hebben, kunnen we ook in de verleiding komen hen zacht aan te spreken om zodoende de vriendschap intact te houden. Het is mogelijk dat hetzelfde woord tegen iemand, die we niet kennen, niet zo zacht zou zijn. Als God ons zegt iemand zacht toe te spreken, moeten we dat doen. Maar ook voor mensen, waarmee we een relatie hebben, behoren we onze woorden niet af te wegen als God wil dat we recht op de man af moeten spreken.
Weer eens is eigenliefde hier het probleem. Bij voorbeeld, een voorganger die afhankelijk is van de gemeente voor zijn salaris, zal het moeilijk vinden de volle richtlijn van God door te geven. Het is niet zo dat hij niet kán preken, maar er is een onzichtbare lijn waar hij niet overheen durft te stappen omdat er dan te veel mensen zijn, die zich gekwetst zouden voelen. Als er wel over deze lijn gestapt wordt, gaat dit met angst en vrees gepaard. Misschien belt hij zelfs enkele gekwetsten om zich te verontschuldigen. Hij is met de vrees voor mensen bevangen, omdat hij voor zijn onderhoud van de mensen afhankelijk is. Ieder woord en elke handeling wordt gefilterd door de vraag, “Wat denkt mijn achterban hiervan?”
Om de vrees voor mensen te kunnen overwinnen, moeten we niet van hen voor ons levensonderhoud afhankelijk zijn, zij het financieel of emotioneel. Abram nam de geschenken van de Koning van Sodom niet aan en daarna zei de Heer tegen hem, “Wees niet bang Abram: IKZELF zal je beschermen en je loon zal vorstelijk zijn.” Aangezien de Heer onze Voorziening is en ook onze Voorziener, moeten we alleen op Hem vertrouwen. We hebben geen supporters, partners, financiële beloften, tienden en offergaven nodig. Als we iets niet hebben komt het, omdat we het niet nodig hebben, want indien we het wel nodig hebben, zal God het voorzien. Hij zal zeker andere mensen GEBRUIKEN om ons te zegenen, maar wij VERWACHTEN de zegen niet van mensen. In feite zouden we moeten verwachten dat andere mensen ons materieel niet willen steunen. Dat stelt ons in staat hen te dienen zonder enige vrees voor mensen.
HET VERLANGEN NAAR PROMOTIE
Wij die voor de Heer werken willen maar al te graag gezien en gehoord worden. Wij willen zo’n groot mogelijk gehoor. Natuurlijk willen we dat mensen goed over ons spreken en ons aanbevelen, opdat velen het Woord dat wij van God gekregen hebben kunnen horen. Verscholen binnen dit verlangen naar promotie ligt de vrees voor mensen.
Ik ontdekte eens dat een andere bediening gedeelten van mijn schrijven bewerkt had om het aan hun abonnees door te geven. Door de meest confronterende gedeelten van mijn tekst te elimineren, hadden ze de boodschap die ik communiceerde verwaterd. Ik nam contact met hen op en vroeg hen de hele boodschap door te geven of het anders in zijn geheel terug te trekken. Aangezien zij de hele richtlijn van God niet konden verdragen zeiden ze, dat ze het zouden terugtrekken. Hun opmerking daarna was: “De meeste schrijvers zijn blij als er zelfs maar een stukje van hun werk wordt gepubliceerd, aangezien een beetje promotie beter is dan helemaal niets.”
Ons verlangen naar erkenning leidt toch uiteindelijk tot compromis, verwatering, witpleisteren, filtreren, redigeren, vervormen of het op een andere wijze meer aanvaardbaar maken van de boodschap. Als we onszelf promoveren, moeten we alles in het werk stellen om onze naam eer aan te doen en blij te zijn met ieder beetje erkenning dat we ontvangen. Maar als we het Woord van God spreken, laat ons dan de promotie van Zijn Woord, alsmede van Zijn dienaar, aan God overlaten. Het is beter maar een kleine invloedskring te hebben waar men vrijuit kan spreken, dan een grote invloedskring met een boodschap die veilig wordt geacht voor “publieke consumptie”.
Om ons te bevrijden van de vrees voor mensen, zal de Heer voor ons een weg voorbereiden, die bezaaid is met misverstanden. Financiën zullen opdrogen. We zullen een lange tijd niet gebruikt worden, totdat we niet meer onze bron bij mensen zoeken. Om de vrees voor mensen te kunnen overwinnen moeten we helemaal VAN GOD zijn en van niemand anders. Een man of vrouw die geen waardering of begrip meer zoekt; die geen compensatie zoekt in materiele of andere dingen, die geen groot gevolg zoekt, maar wel mensen die getrouw zijn: dit individu is vrij om de DIENAAR van velen te zijn, zonder maar iemand tot SLAAF te zijn.
Moge God dit tot ons hart laten doordringen opdat we geen mens vrezen.
About the Author
CHIP BROGDEN is a best-selling author, teacher, and former pastor. His writings and teachings reach more than 135 nations with a simple, consistent, Christ-centered message focusing on relationship, not religion. Learn more »